NU.nl Wissel kleurenschemaWissel kleurenschema , Ga naar de inhoud Net binnen Algemeen Economie Sport Tech Media en Cultuur Achterklap Shop Voorpagina Net binnen Populair Meer Minder Wissel kleurenschemaWissel kleurenschema , Geld Werk Ondernemen Onderweg , Voorpagina Net binnen Meest gelezen Oorlog in Oekraïne Binnenland Buitenland Algemeen Politiek Video Podcast Weer Economie Klimaat Wonen Geld Werk Ondernemen Brexit Auto Aandelen Verkeer Sport Voetbal Formule 1 Scorebord Spellen Tech Games Reviews Achtergrond Media en Cultuur Films en series Muziek Boek en cultuur Media Achterklap Koningshuis TV gids Overig Kind & Gezin Dieren Eten en drinken Gezondheid NUcheckt Opmerkelijk Thuis Vakantie Wetenschap Regio Alphen a/d Rijn Amersfoort Amsterdam Arnhem Breda Den Bosch Den Haag Ede Eindhoven Groningen Haarlem Leiden Nijmegen Rotterdam Tilburg Utrecht Zeeland Zwolle Over NU.nl NUfolder NUshop Tickets , NU.nl heeft je steun nodig Je gebruikt een adblocker. Wij kunnen onze artikelen alleen gratis toegankelijk voor je maken dankzij advertenties. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het , Dinsdag 13 september 2022 | Het laatste nieuws het eerst op NU.nl , Deze man verleidde de Amerikaanse automobilist tot kleinere en zuinigere auto’s 12 september 2022 21:47 12-09-22 21:47 Laatste update: 19 uur geleden Update: 19 uur geleden 14 NUjij-reacties reacties Delen via Whatsapp Delen via Facebook Delen via Twitter Delen via Linkedin Delen via email , In de jaren tachtig namen de meeste Amerikaanse automobilisten afscheid van hun klassieke grote en benzine slurpende slagschepen. Onder druk van benzineschaarste en de toenemende Japanse concurrentie leerden Amerikaanse fabrikanten met vallen en opstaan hoe ze compacte, zuinige auto’s moeten bouwen. Lee Iacocca, baas van het noodlijdende Chrysler-concern, wees ze de weg. General Motors, Ford en Chrysler: van de ‘Big Three’ die decennialang in de Amerikaanse auto-industrie in de Verenigde Staten de dienst uitmaakten, waren er begin jaren tachtig bijna slechts twee overgebleven. Bijna, want in 1978 werd Iacocca, die in 2019 op 94-jarige leeftijd overleed, de nieuwe topman van Chrysler. En hij flikte het. Hij introduceerde nieuwe, kleine en compacte auto’s en bracht daarmee het noodlijdende Chrysler – al was het dan maar tijdelijk – weer terug aan de top.De legendarische Iacocca begint zijn loopbaan in 1946 bij Ford. Hij is dan 22 jaar en komt rechtstreeks van de universiteit. Het is het begin van een grootse carrière, waarin hij verantwoordelijk wordt voor de ontwikkeling van de eerste Ford Mustang. In 1970 schopt hij het tot president-directeur van Ford Motor Company. Zijn enige probleem is dat Henry Ford II, de allerhoogste baas van het bedrijf, hem niet mag. Op 13 juni 1978 stuurt Ford hem de laan uit.Op dat moment is Chrysler op sterven na dood. Tot in de jaren zestig is het dit bedrijf voor de wind gegaan; auto’s als de Dodge Charger, de Road Runner en de Plymouth Barracuda hebben het imago van het bedrijf bepaald. Maar in de jaren zeventig komt de klad erin. De modellen verkopen slecht, buitenlandse vestigingen, zoals Rootes Group en Simca in Europa, renderen niet en de kwaliteit van de auto’s holt achteruit. De nieuwe Dodge Aspen en Plymouth Volaré vertonen talloze storingen en er staan tienduizenden onverkochte auto’s opgeslagen op grote terreinen. “Er wordt alles aan gedaan om de auto onder de 4,47 meter te houden.” Iedereen bij Chrysler levert salaris in Iacocca treedt vervolgens aan als nieuwe president-directeur van Chrysler Corporation en wil orde op zaken stellen. Maar tot overmaat van ramp breekt er in Iran een revolutie uit, waardoor een nieuwe oliecrisis ontstaat. De benzineprijzen gaan door het dak en de vraag naar grote auto’s stort in. Bij Chrysler raakt het geld op en het bedrijf moet bij de regering in Washington om steun vragen.En dat niet alleen. Ook vraagt Iacocca het personeel om twee jaar lang in te leveren op hun salaris, wat de gemiddelde medewerker 10.000 dollar per jaar kost. Iacocca doet zelf ook mee. Hij verlaagt zijn loon een jaar lang naar 1 dollar per jaar.Ondertussen wordt hard gewerkt aan toekomstplannen. Ford heeft in de loop van de jaren wel meer mensen uit zijn bedrijf gegooid en zo is ook ontwerper Hal Sperlich al in 1977 bij Chrysler terechtgekomen. Sperlich werkt daar, aangemoedigd door Iacocca, aan een idee dat bij Ford ook al was voorgesteld: het bouwen van een compacte middenklassensedan.Het project krijgt de naam K-car en wordt uiteindelijk ook onder die naam bekend bij het publiek. De K-car krijgt een 2,2 liter viercilinder van 84 pk die Chrysler in eigen huis ontwerpt, of een 2,6-liter viercilinder van Mitsubishi die 92 pk levert. De configuratie van de auto is voor de Verenigde Staten nog nieuw, maar in Europa al lang gemeengoed: voorwielaandrijving met een viercilindermotor die dwars voorin staat. De kleinere modellen van Chrysler waren een revolutie, maar vielen in de smaak van de Amerikaanse autokoper. De kleinere modellen van Chrysler waren een revolutie, maar vielen in de smaak van de Amerikaanse autokoper. Foto: Chrysler Kortere auto, goedkoper transport Bij de ontwikkeling van de K-car wordt er alles aan gedaan om de totale lengte onder de 176 inch of 4,47 meter te houden. Daarmee passen er namelijk meer auto’s op een standaard transporttruck, wat scheelt in de kosten. Bovendien kan Chrysler zich met deze kleine auto in de markt onderscheiden. Door de plotselinge stijging van de brandstofprijzen is er een enorme vraag naar kleine auto’s ontstaan.General Motors prijst zich gelukkig dat het juist in 1979 zijn kleine X-cars heeft geïntroduceerd, waaronder de Chevrolet Citation. Ford heeft een probleem, want dat merk heeft nog geen nieuwe kleine auto. Intussen gaan de relatief zuinige Japanse auto’s als warme broodjes over de toonbank, maar zij hebben het probleem dat de interieurruimte tegenvalt. Vandaar dat Chrysler zijn K-cars aanprijst met de mededeling dat er ‘six Americans’ in passen, een speldenprik naar de Japanse merken die hooguit plaats bieden aan vijf kleine Japanners. In de Aries zouden zes personen kunnen plaatsnemen, ondanks zijn compacte formaat. In de Aries zouden zes personen kunnen plaatsnemen, ondanks zijn compacte formaat. Foto: Chrysler Voorzien van Amerikaanse opsmuk: chroom en vinyldaken In oktober 1980 worden nieuwe modellen als de Dodge Aries en Plymouth Reliant geïntroduceerd. De vormgeving is strak en hoekig, het formaat is hetzelfde als pakweg een Opel Rekord en de auto’s zouden er heel Europees uitzien, ware het niet dat ze zijn voorzien van Amerikaanse opsmuk als verchroomde sierstrips en vinyldaken. De hoge ramen geven de K-car iets koddigs. Hij ziet eruit alsof de Ford Thunderbird of Chevrolet Caprice die jaren later een broertje hebben gekregen. Leuke gadgets zijn er ook: de K-car kan zelfs praten. Een ingebouwde mannenstem waarschuwt de bestuurder als het licht aanstaat of het oliepeil te laag is.De Amerikaanse consument blijkt gecharmeerd van het nieuwe kleine model en na een aarzelende start begint de verkoop te lopen. Uiteindelijk halen de Aries en de Reliant samen een marktaandeel van 20 procent in de compacte klasse en worden er in het eerste jaar in de Verenigde Staten al meer dan 300.000 stuks verkocht. In 1981 komen de K-cars ook naar Europa, om te beginnen naar Nederland. Maar helaas, voor de succesvolle Ford Sierra, Volkswagen Passat en Opel Ascona C blijkt de ‘kleine Amerikaan’ geen partij.Lee Iacocca leidde nóg een revolutie in de Amerikaanse autogeschiedenis, die van de MPV. Meer daarover lees je in dit artikel van AutoWeek. , “Er wordt alles aan gedaan om de auto onder de 4,47 meter te houden.” , De kleinere modellen van Chrysler waren een revolutie, maar vielen in de smaak van de Amerikaanse autokoper. Foto: Chrysler , In de Aries zouden zes personen kunnen plaatsnemen, ondanks zijn compacte formaat. Foto: Chrysler